Onze pedagoog Simon Hay is bezig met zijn promotieonderzoek. Met deze posts neemt hij ons van tijd tot tijd mee in zijn proces om te komen tot een gedegen onderzoek rondom het instrument Pedagogische Praktijk in Beeld (PiB).
Lancering PiB 2.0
De tijd tussen mijn laatste Promotie Post en deze is langer dan gepland, er was veel te doen 😊. Na het verwerken van alle aanpassingen aan PiB door de werkgroep en de feedback van een grote groep pedagogisch beleidsmedewerkers in de kinderopvang, hebben de technische ontwikkelaars van PiB alles aangepast in de nieuwe versie van PiB: PiB 2.0. Kort samengevat is PiB 2.0 meer compact en gebruiksvriendelijk geworden, maar er zijn vooral belangrijke inhoudelijke aanpassingen gedaan.
Wijzigingen in PiB 2.0
Zo zijn vragen over VE (voorschoolse educatie) toegevoegd, waardoor nu ook binnen de PiB-omgeving een rapportage gegenereerd kan worden die op alle VE-onderdelen rapporteert. Daarnaast zijn ook observatievragen toegevoegd over diversiteit/inclusie en digitale media. Tot slot hebben we alle observatievragen kritisch bekeken; de formulering is aangescherpt en de vragen zijn meer beknopt omschreven. We hebben PiB 2.0 met trots opnieuw gelanceerd op 30 januari jl. Vanaf dat moment zijn er weer nieuwe organisaties toegetreden tot de gebruikersgroep.
Opstart onderzoek naar de kwaliteit van PiB
Er komt, naast de vernieuwde versie van PiB, meer kijken bij mijn validatiestudie. Ik ben begonnen alle PiB-gebruikers toestemming te vragen voor deelname aan dit deel van mijn onderzoek. Ik ben erg blij met de vele positieve reacties; tot nu toe zijn er al 14 organisaties die deelname hebben toegezegd. Na de toestemming op organisatieniveau wordt bepaald hoeveel en welke groepen van een organisatie deelnemen. De volgende stap is dan om ook aan alle betreffende pedagogisch medewerkers en ouders (van de aanwezige kinderen) toestemming te vragen. Een tijdrovende maar zeer belangrijke klus, want iedereen die deelneemt aan onderzoek, moet goed weten wat deelname inhoudt en actief toestemming voor deelname geven.
Naast het organiseren van toestemming heb ik gezocht naar een videosysteem om opnames van de groepen te kunnen maken. Deze video’s kunnen vervolgens gescoord worden door verschillende observatoren aan de hand van verschillende meetinstrumenten (PiB 2.0 en CLASS). Naast vastleggen op beeld is het ook belangrijk dat een dergelijk systeem grote hoeveelheden (grote) video-bestanden veilig kan opslaan. En tot slot dat het beeldmateriaal ook online op afstand is te scoren. Dat is gelukt, ik heb IRIS Connect bereid gevonden toegang tot hun omgeving te verlenen voor dit onderzoek. Mooi dat dit kon, binnen KindeRdam werken we met dit systeem en we zijn er erg blij mee. Tot slot ben ik druk met zoeken naar studenten die mij kunnen helpen tijdens de validatiestudie. We hebben al één student die gaat helpen met het verzamelen van videomateriaal en het organiseren en later analyseren hiervan. Ook zal zij ondersteunen in de planning van de observaties en met andere logistieke zaken. Gelukkig, want ik moet het overzicht kunnen houden om de voortgang te kunnen bewaken. Dat kan niet als ik zelf alles moet doen. Tijdens een volgende post zal ik vertellen over het proces van scoren van de observaties; zo ver ben ik nu nog niet.
Dialoog over pedagogiek tijdens internationaal congres
Ik ben naar de VS geweest waar ik het SRCD Biennial congres heb bijgewoond en het eerste deel van mijn onderzoek middels een posterpresentatie heb gepresenteerd. Het congres was gigantisch met meer dan 4000 deelnemers, honderden presentaties en posterpresentaties verspreid over drie volle dagen. Heel intensief, maar heel erg de moeite waard! Tijdens de presentaties was veel gelegenheid om met andere onderzoekers in gesprek te gaan. Gaaf om onderzoekers van wie ik artikelen heb gelezen ‘in het wild’ te kunnen vragen naar hun visie. Dat helpt mij ook om mijn eigen gedachten over pedagogische kwaliteit in de kinderopvang aan te scherpen.
Hierdoor leer ik weer om scherper te kijken naar de kwaliteitsdiscussie in Nederland. Ik heb bijvoorbeeld gehoord welke meetinstrumenten nu veel gebruikt worden, en wat dit betekent voor beleid en praktijk. Ook tijdens mijn posterpresentatie ontstond waardevolle uitwisseling; er zijn veel onderzoekers vragen komen stellen en ik heb kunnen vertellen over mijn onderzoek.
Zelfevaluatie in internationaal perspectief
Wat mij opviel tijdens het congres, is dat men elders in de wereld anders aankijkt tegen de functie van zelfevaluatie in de kinderopvang dan ik. Daar waar zelfevaluatie vooral gebruikt wordt om zich goed voor te kunnen bereiden op een inspectiebezoek, denk ik dat zelfevaluatie daarnaast ook nog bij kan dragen aan kennis over pedagogische kwaliteit. Ik ben van mening dat pedagogisch medewerkers, door zelf te evalueren en te reflecteren op hun eigen handelen, een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan kennisontwikkeling. Tijdens een bijeenkomst over kennisontwikkeling heb ik dan ook ingebracht dat naast wetenschap de praktijk wat mij betreft ook een waardevolle bijdrage kan leveren waar het gaat om definiëren en meten van pedagogische kwaliteit. Zo ontstaat er co-creatie van kennis: waarbij kennis over pedagogische kwaliteit niet alleen wordt uitgestort van bovenaf, maar juist ontstaat door kruisbestuiving tussen de praktijk en wetenschappelijke inzichten. Dit perspectief is nauwelijks aan bod gekomen tijdens het congres, hopelijk volgende keer wel!
Simon Hay
PedagoogÂ
Â