Onze pedagoog Simon Hay is bezig met zijn promotieonderzoek. Met deze posts neemt hij ons van tijd tot tijd mee in zijn proces om te komen tot een gedegen onderzoek rondom het instrument Pedagogische Praktijk in Beeld (PiB).
Constructie van PiB 2.0
Sinds het plaatsen van mijn vorige post is er veel gebeurd. De vorige keer vertelde ik over het doel van mijn onderzoek: het actualiseren van PiB en de toepassing efficiënter en gebruiksvriendelijker te maken. Welke stappen komen daarbij kijken?
Informatie ophalen
Via focusgroepbijeenkomsten en vragenlijstonderzoek heb ik input opgehaald van pedagogisch medewerkers, pedagogisch coaches en beleidsmedewerkers, managers, bestuurders, onderzoekers, inspecteurs en ouders. Er is heel veel gereageerd. Daardoor heb ik veel informatie kunnen ophalen die cruciaal is om PiB blijvend te laten aansluiten bij de behoeften van de praktijk.
Oprichting werkgroep
Om de aanpassing van PiB systematisch, en daardoor navolgbaar, te kunnen doen heb ik een werkgroep opgericht. Aan de werkgroep nemen mijn begeleiders Harriet Vermeer, Ruben Fukkink en Harold Nefs deel. Daarnaast is Erik Jan de Wilde, één van de ontwikkelaars van PiB, ook aangesloten. Ik zit de werkgroep voor en beheer het zogenaamde ‘beslisdocument’. In het beslisdocument is per observatievraag feedback opgenomen met betrekking tot PiB, van alle experts, PiB-gebruikers en van alle andere geïnteresseerden. Daarnaast zijn statistische analyses gedaan, waarmee we observatievragen kunnen identificeren die wellicht overbodig zijn in PiB.
Toets observatievragen en toevoegen van nieuwe vragen
De werkgroep neemt alle informatie mee om te besluiten een observatievraag wel of niet op te nemen, te herformuleren, aan te vullen of te laten zoals deze nu is. Daarnaast zijn er extra vragen toegevoegd over onderwerpen waarvan experts en praktijk hebben aangegeven dat zij deze graag aan PiB willen toevoegen. Denk aan onderwerpen als VE, inclusie/diversiteit en burgerschap. Een leuke, maar ook complexe klus.
Waar staan we nu?
De werkgroep is vijf keer bijeengekomen en we zijn al een heel eind. We verwachten dat er begin 2023 een conceptversie van PiB 2.0 klaarligt. Deze conceptversie wordt eerst voorgelegd aan de meeleesgroep waar geïnteresseerde pedagogisch beleidsmedewerkers zich voor hebben kunnen opgeven. Na verwerking van eventuele opmerkingen zal de gebruikelijke digitale versie van PiB 2.0 live gaan!
Het vervolg: werkt PiB net zo goed als wetenschappelijke instrumenten?
Zodra PiB 2.0 in gebruik wordt genomen, kan de volgende fase van mijn onderzoek starten. Ik zal organisaties die PiB gebruiken, en die mij toestemming hebben gegeven voor deelname, benaderen voor mijn validatiestudie.
Hoe ga ik de uitkomsten valideren?
Valideren houdt concreet in dat ik de uitkomsten van PiB 2.0 ga vergelijken met de uitkomsten van een wetenschappelijke meting, gedaan met CLASS, op dezelfde groep op hetzelfde moment (maar onafhankelijk van elkaar). Door dit proces op meerdere verschillende groepen te herhalen kan ik een uitspraak doen of PiB 2.0 de pedagogische kwaliteit net zo goed kan meten als een wetenschappelijk instrument.
Als PiB 2.0 valide blijkt, dan zijn de resultaten van PiB nog waardevoller. Het is dan nog beter mogelijk de PiB-resultaten naast de resultaten van de wetenschappelijke landelijke kwaliteitspeilingen van het LKK, die ook CLASS-instrumentarium gebruiken, te leggen. Maar goed, zo ver zijn we nu nog niet. Eerst zal ik binnenkort alle PiB-gebruikers om toestemming vragen voor deelname aan mijn validatiestudie.
Internationale presentatie
Tot slot ben ik in de tussentijd ook bezig geweest met een aanvraag om het eerste deel van mijn onderzoek, mijn literatuurstudie, te presenteren tijdens een prestigieus internationaal congres. Ik heb net te horen gekregen dat mijn aanvraag is goedgekeurd; ik ga mijn literatuurstudie presenteren in de VS in maart 2023 bij de SRCD Biennial Meeting! Een mooie gelegenheid om bij te dragen aan de internationale discussie over pedagogische kwaliteit in de kinderopvang, nieuwe kennis op te doen en mijn onderzoek te laten zien aan vakgenoten.
Een promotieonderzoek en traject vergt veel tijd en aandacht, maar ik ervaar dit proces als heel waardevol. Bij alle inspanningen houd ik het doel goed voor ogen; het gaat om een goed instrument voor de praktijk voor de kinderopvang, waarmee de pedagogische kwaliteit continu verbeterd kan worden.