Su’en is pedagoog bij KindeRdam, zij volgt de komende twee jaar de opleiding tot Pikler pedagoog en neemt je mee in haar Pikler reis. Dit blog gaat over opleidingsblok 5: eten en drinken. 

Broem, broem, broem, daar komt nog een hapje! 
Hoe vaak heb ik dat niet bij mijn eigen kinderen en op de groep gedaan? Even nét een extra hapje in de mond proberen te krijgen. De lepel of vork verandert in een vliegtuig en na vele loops te hebben gemaakt, eindigt het vliegtuig in de mond van het kind. Tenminste - dat is mijn doel van het vermaak. Waarom doen we dat eigenlijk? Ik ga bij mijn man toch ook niet een lepel extra erin krijgen als hij klaar is met eten? In de visie van Emmi Pikler geeft een kind zelf aan dat hij/zij genoeg heeft. Een kind stopt dan zelf met eten of drinken en als ouder/verzorger respecteren we dit. Je hoeft geen vliegtuigje te spelen om er nog een hap in te krijgen en het bordje hoeft dus niet leeg. 

Eten en drinken leer je op schoot 
In het Lóczy-tehuis, waar Emmi Pikler haar visie ontwikkelde, namen de verzorgsters de baby's altijd op schoot voor de fles. Zodra de kinderen wat groter werden, aten en dronken ze op schoot uit een glazen glas. Op schoot, omdat je dan persoonlijke aandacht kon geven en het drinken uit een glas kan begeleiden. Zij maakten daarbij gebruik van kleine glazen met een trechterachtige vorm, zodat de kleine handen van de baby goed het glas aan de onderkant kunnen vasthouden. Bovendien is glas zwaar: zo kan een baby leren inschatten hoe schuin hij of zij het glas moet houden om goed te kunnen drinken. Dat is bij plastic bekers wat lastiger. Bovendien is het doel dat kinderen leren uit een open beker/glas te drinken. Een glas is eenvoudig, wanneer je dit vergelijkt met hoe ingewikkeld de huidige drinkbekers in elkaar zitten: een tuitbeker die je ondersteboven moet houden om te kunnen drinken, een rietjesbeker die je rechtop laat staan en moet zuigen, een 360º antilekbeker waarbij je aan de rand drinkt maar de beker niet lekt als je deze te schuin houdt... Deze bekers zijn niet ontworpen voor de kinderen zelf, maar vooral bedacht voor het gemak van ouders en verzorgers. 

De gouden regel 
De gouden regel om het eten en drinken tot een succes te maken is de aanwezigheid van de ouder/verzorger. Een lastige regel, maar wel belangrijk: als volwassene blijf je zitten bij het etende en drinkende kind, of bij een groepje kinderen. Je loopt niet even weg om bestek te pakken of een doekje. Je zorgt er juist voor dat je voorbereid bent. Door alles klaar te zetten, hoef je tussendoor niet weg te lopen.   
In dit blok deden we een ervaringsoefening: ik kreeg yoghurt gevoerd door een mede-cursist en speelde dus de baby. Dat ging prima, totdat ze uit het niets wegliep. Behalve dat ik geen yoghurt meer kreeg, wist ik ook niet hoelang ze weg zou blijven. Best frustrerend als je honger hebt. Zo’n ervaringsoefening geeft inzicht in de belevingswereld van een kind. Dan begrijp je direct ook waarom de gouden regel is, dat je als volwassene bij het kind blijft. Snap je nu waarom kinderen in het tehuis Lóczy op schoot gevoed werden? Dan kon je ook niet weglopen 😏. 

Zonder gekheid: het feit dat de kinderen daar op die manier gevoed werden, laat heel goed zien hoe de Pikler-ideeën ook van belang zijn tijdens het eten en drinken. Vanuit veiligheid en contact met de verzorger, leert een kind zoveel mogelijk zelf te doen of te beslissen, in zijn/haar eigen tempo.