Su’en is pedagoog bij KindeRdam. Zij volgt de komende twee jaar de opleiding tot Pikler-pedagoog en neemt je mee in haar Pikler-reis. Dit blog gaat over opleidingsblok 6: het sociale leren.
“Nee niet doen, blijf daarvan af!”
Toen mijn baby's konden kruipen, gingen ze de aarde uit mijn planten eten. Of trokken ze de boeken uit mijn kast. En ik? Ik verbood de hele dag door “Nee niet doen, blijf daarvan af!” te zeggen, als ze iets niet mochten doen. Herkenbaar?
Meer vrijheid, maar ook meer grenzen
Wanneer baby’s eenmaal kunnen kruipen, gaat er een wereld van vrijheden voor ze open. Ineens kunnen ze zonder hulp van anderen naar een andere plek. Ook kunnen ze zelf de dingen pakken die ze willen. Met hun aangeboren nieuwsgierigheid willen ze ook in deze nieuwe fase volop verder met ontdekken. Tegelijk worden ze hierin nu meer beperkt, dan toen ze nog jonger waren en niet konden kruipen. Want niet alles mag en kan meer: zoals bij mij thuis gebeurde, wanneer ze de aarde uit de planten wilden opeten. Dat is voor een baby best lastig, want hij/zij heeft zijn/haar eigen ideeën en plannen. Die plannen kan zij/hij niet uitvoeren, omdat de omgeving nu andere verwachtingen heeft.
Een beetje frustratie hoort erbij
Als er dingen niet mochten, gingen mijn kinderen natuurlijk huilen. Zij wilden iets en ik wilde dat niet. Toch is een beetje frustratie bij baby's niet erg. Zo leren ze hun eigen impulsen reguleren, en voldoen aan de sociale verwachtingen. Ook als ouder/opvoeder moet je vanaf deze fase meer beslissingen nemen. Welke initiatieven van je kinderen kun je de ruimte geven en waar moet je begrenzen? En wat misschien wel de grootste uitdaging is: hoe zorg je er als opvoeder voor dat je kind meegaat in wat jij wenselijk vindt: jouw regels?
Het stellen van grenzen volgens Pikler
Pikler spreekt over vredig en tegelijkertijd consistent gedrag van opvoeders. Consistent betekent duidelijk en betrouwbaar, niet streng of hardhandig. Het betekent vooral dat je als opvoeder redelijke verwachtingen hebt van je kind. Het betekent ook dat je deze verwachting steeds op dezelfde manier duidelijk maakt, op een rustige manier zonder agressieve taal of gebaren. Reageert een kind boos of teleurgesteld op jouw regel? Ook dan help je hem/haar in het overwinnen van frustratie door jouw duidelijke grenzen op een zorgzame manier uit te leggen, in plaats van alleen te schreeuwen dat iets niet mag.
Sociaal leren = nadoen
Kinderen doen het gedrag na dat zij vaak zien in hun omgeving. Ze willen hetzelfde worden als hun opvoeders en zullen het gedrag wat ze zien, nadoen of kopiëren. Dit gedrag werkt ook door in hoe zij op hun beurt met andere kinderen omgaan. Wanneer je bijvoorbeeld speelgoed uit de handen van een kind graait, zal een kind dit ook weer bij andere kinderen doen. Simpelweg omdat dit zijn/haar voorbeeld is. Het wordt voor hem of haar erg moeilijk om vriendelijk en beleefd aan een ander kind te vragen of zij/hij met dat speelgoed mag spelen.
Gedrag als spiegel
De basis voor het sociale leren, oftewel het leren omgaan met elkaar, ligt in hoe opvoeders dagelijks met een kind omgaan in de verzorging en eetsituaties. Het respect wat kinderen voor elkaar kunnen opbrengen, is een spiegel van de vredige sfeer die je als volwassene creëert.
Gelukkig eten mijn kinderen nu geen aarde uit mijn planten meer en hebben ze zich enigszins sociaal aangepast. En natuurlijk komt daar ook wat frustratie bij kijken. Maar dat is oké: het hoort erbij! En door liefdevol grenzen te stellen, leer je kinderen ook weer hoe zij zelf op een vredige manier hun grenzen kunnen aangeven.