Su’en is pedagoog bij KindeRdam. De afgelopen twee jaar volgde Su’en de opleiding tot Pikler-pedagoog en nam zij ons mee in haar Pikler-reis. Dit blog gaat over het laatste opleidingsblok 7: taal & taalontwikkeling.
"Ik neem je mee op touwsleep," "Hij is een stelenaar," "Dat geeft niet uit."
Herken je dit soort creatieve uitspraken bij je eigen kinderen of kinderen uit je omgeving? Ik houd graag een lijstje bij met grappige uitspraken van mijn kinderen. Aan deze leuke versprekingen zie je hoe fascinerend het is om mee te maken hoe kinderen een taal leren. Een baby wordt geboren en kan niet praten, maar begint al snel geluidjes te maken en te brabbelen. En dan, na ongeveer 12 maanden, komt het eerste begrijpelijke woordje uit hun mond!
Babytaal
"Da da da," en "gu gu gu,": ik herinner me nog goed hoe ik op die manier tegen mijn baby's praatte. Op de een of andere manier schakelen we over naar een hogere toon, en gebruiken we 'babytaal' wanneer we met de allerkleinsten communiceren. Misschien begrijpen we elkaar beter door de baby te imiteren? In de eerste zes maanden stemt de baby de klank, melodie en tonen af op zijn omgeving. Eigenlijk kan hij of zij op dat moment alle talen 'verstaan': Pools, Engels, Chinees. Na die zes maanden nemen baby’s de taal over die zij het vaakst horen en zullen zij hun eerste woorden in die taal produceren. Het lijkt alsof baby’s in hun eerste levensjaar weinig met taal bezig zijn, omdat zij niet praten. Maar niets is minder waar. Alle zintuigen zijn bezig met het plaatsen van objecten of bewegingen in het brein. Als wij daar woorden aan geven en dat herhalen, slaat de baby dat op als passieve woordenschat. Je kunt dit merken als volwassenen het bijvoorbeeld over de tafel hebben; dan kijkt de baby ernaar. Een kind leert op de eerste plaats van zijn of haar omgeving: de volwassenen en andere (pratende) kinderen.
Verzorgingsmomenten als een “bad van taal”
In de visie van Emmi Pikler is taal en taalontwikkeling tweerichtingsverkeer: je praat met baby’s, in plaats van alleen tegen baby’s. Wanneer je tegen een baby praat, staat jouw babbelen en babytaal op de voorgrond. Maar intussen levert dit de baby geen informatie op. Met een baby praten betekent taal gebruiken op een manier dat de baby er iets mee kan. Denk bijvoorbeeld aan het vertellen aan de baby wat je met hem of haar doet, wat je van hem of haar verwacht en wat er gaat komen; alsof je hardop denkt. Daarna geef je ook de tijd aan de baby om te ‘antwoorden’, in de vorm van een lach, een kraai of zijn of haar medewerking. Verzorgingssituaties zijn hier uiterst geschikt voor; denk aan een verschoning, het geven van een fles of een hapje, in bad gaan of een jas aandoen bij het naar buiten gaan. Als volwassene kun je tijdens zo’n 1-op-1 moment namelijk direct horen, zien of voelen waar de interesse van de baby ligt en dat verwoorden. Je kunt dan informatie geven waar een baby iets aan heeft: “Ik schil de appel", “Ik ga je schoen aandoen” of “Het ijsje voelt koud”.
Wanneer je verzorgingsmomenten op deze manier inzet, zijn ze net zo leerzaam als bijvoorbeeld voorlezen. Je biedt een kind een “bad van taal”, wanneer je in korte, eenvoudige zinnen beschrijft wat je aan het doen bent, aankondigt wat er gaat gebeuren of reageert op wat het kind aan het doen is, of anderen doen.
Praten met baby’s en jonge kinderen: doe maar “gewoon”
Juist omdat een kind vanaf het begin al bezig is met het leren van taal, is het belangrijk om gewoon normaal, vloeiend en rustig tegen de baby te praten, zelfs direct na de geboorte. Het beste is om dit vriendelijk en altijd grammaticaal correct te doen. De baby leert zo geleidelijk praten van zijn omgeving, van volwassenen en andere pratende kinderen.
Door voortdurend aan te dringen, te verbeteren of te herhalen gaat een kind niet eerder of beter praten. Probeer het proces van leren praten dus niet te versnellen door overdreven te articuleren, langzaam te praten of lesjes vormen en kleuren aan te bieden. Maar probeer het kind zo goed mogelijk te verstaan en praat zelf steeds normaal, vloeiend, rustig en juist. Op deze manier verwerven kinderen op een natuurlijke manier passieve én actieve kennis van hun taal.
Zelf ook blijven leren en verwonderen
Misschien moet ik zelf mijn kennis van Nederlandse gezegdes eens opfrissen… Want als het zo is dat kinderen taal leren van de volwassenen om hen heen, dan hebben mijn kinderen wel heel bijzondere versies en volgordes van Nederlandse gezegdes geleerd. 😊 Op zulke momenten ga ik ze zeker niet kritisch verbeteren en lachen we er samen om. Maar ik ga dan wel even googelen wat ook alweer het juiste Nederlandse gezegde is. Zo blijf je zelf als volwassene ook aan de gang met taal en taalontwikkeling.
Afronding opleiding en start van verdieping
Dit was, voorlopig althans, mijn laatste Pikler Post. Ik heb de basisopleiding tot Pikler Pedagoog succesvol afgerond. Dit is zeker geen eindpunt; ik ga de Pikler-vervolgopleiding volgen waarbij de praktijk centraal staat. Het allerbelangrijkste dat ik heb geleerd in de afgelopen twee jaar is hoe nieuwsgierig de baby wordt geboren, en dat een baby perfect in staat is om zelf te ontdekken en te onderzoeken, zolang hij of zij de ruimte ervoor krijgt.